Sluitertijd: 4 manieren om beweging vast te leggen

Een raceauto waar je de snelheid van ziet is interessanter dan een foto waarin alles bevroren lijkt. Spelen met beweging is een van de spannendste dingen van de fotografie. Wat je hiervoor gebruikt? De sluitertijd. Op je camera is dat de optie 'AV' (Canon) of 'S' (Nikon). Er zijn grofweg 4 manieren om een bewegend onderwerp vast te leggen.

1. Alles staat stil (‘bevriezen’)

Op de foto hieronder staat zowel de auto als de achtergrond stil. Alles is ‘bevroren’. Dat doe je met een korte sluitertijd. Hoe sneller je onderwerp beweegt, hoe korter je sluitertijd moet zijn om het beeld stil te zetten. Een korte sluitertijd gebruik je ook voor het vastleggen van momenten als opspattend water of gezichtsuitdrukkingen van voetballers.
Alles in het beeld staat stil (‘bevroren’). De snelheid is nu niet meer te zien. De sluitertijd bij deze foto is 1/1000.

2. Onderwerp is scherp, de achtergrond is wazig

Een veelgebruikt trucje in de sportfotografie: trek je camera mee met het onderwerp. Dat is hier de brommer. Terwijl je de ontspanknop indrukt, ‘trek’ je de camera in dezelfde snelheid mee als de brommer. De brommer staat nu stil op de foto en de achtergrond wordt onscherp. Kost wat oefening, maar het geeft een mooi effect
De brommer (je onderwerp) beweegt, en de achtergrond is wazig. Gebruik het trucje ‘meetrekken’. De sluitertijd bij deze foto is 1/30.

3. Onderwerp is wazig, de achtergrond is scherp

Het onderwerp beweegt, de achtergrond staat stil. Dit is de meest eenvoudige optie. In de foto hieronder rijden 2 auto’s door het beeld heen, terwijl de witte auto geparkeerd staat. Dit geeft een apart effect aan de foto.
Zet je camera stabiel op een muurtje of statief, en laat je onderwerp ‘door het beeld heen bewegen‘. Hier gebruik je meestal een iets langere sluitertijd voor. De sluitertijd bij deze foto is ongeveer 1/30.

4. Alles is wazig

Het is niet altijd makkelijk je camera op de juiste snelheid mee te bewegen (zoals in manier 3). Soms zijn er onderdelen van je onderwerp die een andere bewegingsrichting of ander tempo hebben, zoals de benen van een paard. Je kan dan een mooi effect krijgen. Op deze foto ‘gebeurt’ veel.
Dit is ook een voorbeeld van ‘meetrekken’ met je onderwerp, maar hier is alles wazig.
Please update your browser

We built this website with the latest technologies, which makes this website faster and easier to use. Unfortunately your browser's version does not support these technologies.